Als voorbereiding op een nieuwe centrumvisie vraagt de gemeente om een cultuurhistorische en ruimtelijke analyse. Centraal daarin staat de wisselwerking tussen het rijke middeleeuwse stratenpatroon en het huidige, nogal chaotische ruimtebeeld.
Welke (historische) elementen kunnen als inspiratiebron dienen om de binnenstad aantrekkelijker te maken in de toekomst en hoe maak je dat inzichtelijk?
Oss heeft een prachtig stratenpatroon van gebogen straten en uitwaaierende pleinen. De elegante buigingen in de straat- en pleinwanden worden echter verstoord door allerlei accenten en schaalsprongen in de bebouwing.
Wat zijn de bindende elementen die de straatruimte weer krachtiger kunnen maken?
straatwanden: dakcontour, ritme
Op historische foto’s is te zien dat vooral de steile daken de verschillende huizen met elkaar tot een straatwand verbonden. Inmiddels zijn deze markante kappen veelal vervangen door twee volwaardige verdiepingen. De gevels zijn als het ware omhoog geklommen en eindigen in een plat vlak. Verrassend om te ontdekken dat deze transformatie te herleiden is tot de bouwsteen van de langgevelboerderij. Het ritme van de oorspronkelijke maatvoering is nog wel herkenbaar. Dergelijke sporen verrijken het stadsbeeld. Om deze gelaagdheid te verbeelden heb ik de ontwikkelingsstadia in een denkbeeldige rij getekend, van de boerderij tot het eigentijdse winkelpand. Van belang is vooral het principe. Het is aan toekomstige ontwerpers om te zoeken naar nieuwe middelen om de straat- en pleinwanden weer als één geheel ervaarbaar te maken.
In samenwerking met Els Bet, stedenbouwkundige en Leon van Meijel, Van Meijel – adviseurs in cultuurhistorie
In opdracht van de gemeente Oss
oktober 2009