De opdrachtgevers willen dit vierlaagse woonhuis in de binnenstad van Amsterdam vernieuwen en splitsen in een boven- en benedenhuis. Het bovenhuis zal na renovatie worden verkocht. Funderingsherstel is aan de orde, het maken van een kelder wordt daarom overwogen.
Er is een prachtige stadstuin, op het zuiden, met twee hoge bomen en een tuinhuis. Het tuinhuis is aan vervanging toe. Een verbinding van het tuinhuis met het woonhuis is een uitdrukkelijke wens.

Ontwerp benedenhuis
Het benedenhuis bestaat uit twee lagen. Boven liggen de privévertrekken en op de begane grond is er één grote ruimte, om met anderen samen te zijn. Muziek maken, naar een film kijken, handwerken, lezen, koken, eten – dit alles moet in een open ruimte kunnen plaats vinden. Naast elkaar, op verschillende tijden, maar wel op plekken, die hiervoor precies zijn vormgegeven. De opdrachtgevers hebben van begin af aan een duidelijk beeld hoe zij willen wonen. Licht, beweging, niveauverschillen zijn belangrijke ruimtelijke uitgangspunten.

De nieuwe trap is in het midden geplaatst en zoneert de ruimte in de diepte en hoogte. De routing door het huis wordt daardoor afwisselender. De open trap betrekt de bovenverdieping bij de ruimte beneden.
De trap is uitgewerkt als een meubel. Je kunt erop zitten, over de lager gelegen plekken heen naar de tuin kijken; een boek pakken uit de open boekenkasten langs de treden of je terug trekken in een hoek op de bank beneden.

De plekken zijn met knippen en plakken in de maquette ontstaan, samen met de opdrachtgevers. De overgangen van een plek naar de ander zijn precies overwogen: hoeveel doorzicht, afscheiding, verbinding is nodig? En hoe maken we die, met een boekenkast, een trap, een verschil in hoogte, een niveausprong?
Er zijn plekken ontstaan met extreme verschillen in belichting: de werkplek met de hoge ramen aan de straat, de lager gelegen zithoek onder de trap, met kunstlicht dat van hoog boven door het trapgat valt, en, achterin, de zonnige eetplek in de serre, aan de tuin.

tuinhuis
We hebben aan twee varianten gewerkt om het tuinhuis wel of niet met het hoofdhuis te verbinden. Voor beiden is iets te zeggen. Zonder directe verbinding binnendoor is het tuinhuis meer een onderdeel van de tuin, en werkt hij meer als een schuilplaats die van een geheel andere orde is dan het woonhuis. Je waant je even ver weg van de stad.
Door het tuinhuis te verbinden met het hoofdhuis wordt hij opgenomen in het stelsel van de binnenruimtes en krijgt de tuin meer het karakter van een binnenplaats, waar ruimtes omheen liggen. Een buitenkamer die je van verschillende kanten kan ervaren en betrekken bij de binnenruimtes. De gevels van de serre, de gang en het nieuwe tuinhuis zijn omlopend uitgewerkt met glazen schuifpuien, voorzien van houten zonweringslamellen die de overgang tussen binnen en buiten kunnen veranderen.
Het tuinhuis is gericht op het noorden. Om alsnog zon in de ruimte te kunnen vangen is er aan de achterkant over de gehele lengte een daklicht opgenomen, dat de zon op de achterwand laat vallen.